Syndroom van Quervain

Het syndroom van Quervain is een ontsteking van de pezen en/of de peesschede aan de duimzijde van de pols. Aan het einde van het spaakbeen lopen pezen door een nauwe tunnel (peesschede). De binnenbekleding van deze tunnel bestaat uit een slijmvlieslaag. Normaal gesproken glijden de pezen van de duim soepel langs deze laag door de peesschede. Echter, wanneer de slijmvlieslaag geïrriteerd is lukt dat niet goed meer en treden er pijnklachten op. De pijn kan na verloop van tijd ook doortrekken richting de bovenzijde van uw onderarm of de handrug. Als u kracht zet met uw hand kunnen de pezen kraken. Deze pees(schede)ontsteking wordt veroorzaakt door een irritatie/overbelasting, veelal door een repeterende beweging zoals pakken, tillen, knijpen en wringen. Daarnaast kunnen reuma en diabetes ook gepaard gaan met de aandoening van De Quervain.

Wat zijn de symptomen bij het syndroom van de Quervain

• Pijn bij het buigen en strekken van de duim, met name bij bewegingen zoals grijpen of wringen.
• Zwelling rond de pols aan de kant van de duim.
• Haperend gevoel van de pezen in de duim. Bij het bewegen van de duim kan dan een knappend geluid ontstaan.
• Doof gevoel van de duim en wijsvinger.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De diagnose wordt gesteld op basis van uw verhaal (anamnese) en lichamelijk onderzoek. Een typische test is de test van Finkelstein; maak een vuist met duim in de handpalm onder de vinger en beweeg de pols naar de pink: bij pijn aan de duimkant is er vaak sprake van de Quervain. Echografie kan daarnaast ook erg veel duidelijkheid geven over de conditie van de pezen en peesschede.

Behandeling bij het syndroom van de Quervain

Door middel van het aanmeten van een spalk kan er rust gecreëerd worden in de peesschede waardoor de ontstekingsreactie afneemt. Verdere fysiotherapeutische behandeling bestaat uit het aanleren van een goede polshouding en een juist gebruik van de hand tijdens uw dagelijkse activiteiten, werk en sport. Daarnaast kan de fysiotherapeut gebruik maken van massage (fricties) en zal er aan kracht- en stabiliteitstraining gedaan worden. Ook kan de fysiotherapeut u aanleren hoe u de bewegingen en activiteiten die de pijn veroorzaken zoveel mogelijk kunt vermijden; u krijgt daarvoor houdings- en tiladviezen. Indien fysiotherapie niet het gewenste resultaat biedt, kan er gekozen worden voor een corticosteroïdinjectie door de huisarts of een operatieve ingreep door een specialist.

Ook na een eventuele operatie kan handtherapie erg zinvol zijn. U krijgt dan adviezen, littekenmassage en oefentherapie.